Veel hobbies hebben is leuk, maar het heeft ook z’n nadelen. Vooral met het soort hobbies dat ik heb.
Ik merk steeds vaker dat ik amper voorpret heb. Ik zit vooraf vooral te stressen of alles wel goed is geregeld, of de reis wel goed gaat komen, of mijn kostuum en alle accessoires wel op tijd af zijn, of ik wel goed genoeg ben ingelezen, etcetera. Pas achteraf kan ik blij zijn dat ik het heb gedaan, maar dat duurt niet lang want dan moet ik alweer aan de slag voor het volgende ding. Vaak betrap ik me er zelfs op dat ik denk: “Pff, even door komend weekend heen bijten en dan kan ik weer relaxen.” Dat is toch geen hobby meer?
Eén van de redenen om te stoppen met re-enactment was het gezeul met die enorme hoop spullen, en uren kwijt zijn aan op- en afbouw. Slepen met spullen heb je ook bij LARP, hoewel doorgaans wat minder. En ik ben continu nieuwe kostuums aan het maken. Ook moet ik zorgen dat ik de setting ken. Weet ik eindelijk veel van de late middeleeuwen, moet ik me nu gaan verdiepen in Victoriaanse normen en waarden. Of een plotboek en alle onmogelijke namen van de leden van de stam waar ik nu weer toe behoor, plus bijbehorende rituele gebruiken, uit mijn hoofd leren. En voor Tweedledum & Tweedledee moest ik continu nieuwe nummers leren en bestaande nummers uitbreiden. En ook daar begon ik steeds meer zooi mee te slepen voor kampementen en overnachtingen.
Dansen is eigenlijk de enige hobby die geen stress veroorzaakt. Ik hoef alleen maar na te denken over de kleding die ik aantrek: in welke jurk en op welke schoenen kan ik makkelijk dansen? En hop, gaan! Heerlijk. Dat is een van de redenen dat ik tot nu toe niet naar buitenlandse balfolkfestivals ben gegaan. Dan moet ik namelijk wéér kampeerspullen mee gaan zeulen en me zorgen maken over de heen- en terugweg en dergelijke. Daarom heb ik ook besloten niet te hoeven leren goed te leiden. Ik kan al volgen, en dat is wat ik blijf doen. Punt.
Het zou nog niet eens zo erg zijn allemaal, mits er voldoende tijd tussen alle evenementen zat. Maar die dingen verspreiden zich niet netjes over het jaar, het valt allemaal in het evenementenseizoen. Daardoor ben ik momenteel bezig mijn Victoriaanse jurk en accessoires voor Orenda af te krijgen, terwijl ik vast denk aan de outfit die ik nog voor Dancing at the Darcy’s moet maken, waarbij ik tussentijds een planning maak voor mijn reis naar Cry Havoc in Engeland, en regel hoe ik toch naar Castlefest kan zonder dat Sammy onverzorgd achterblijft. En oh ja, tussendoor moet ik ook nog een huis opknappen en verhuizen.
De oplossing voor al die hobbystress lijkt natuurlijk simpel: minder gaan doen! Maar zo eenvoudig ligt het ook weer niet.
Ik ben namelijk van nature een bange huismus. Vroeger wilde ik nooit mamma’s hand verlaten, nooit op kamers gaan, vond ik op vakantie gaan vervelend, en ik was bang om de telefoon op te nemen. Gelukkig ben ik daar ontzettend in gegroeid. Maar dat is niet vanzelf gegaan.
Vanaf mijn studietijd ben ik me steeds meer gaan dwingen om enge dingen te doen. Ik heb niet afgewacht totdat ik via-via ergens inrolde, maar ben gewoon de kamer van de faculteitsvereniging binnengestapt en heb gezegd: “Hallo, ik ben Lenny en ik wil graag iets actiefs gaan doen binnen een commissie. Hebben jullie nog wat leuks?” Uiteindelijk heb ik in diverse commissies gezeten, van activiteitencommissie tot introductiecommissie tot symposiumcommissie, en heb ik in twee verschillende besturen gezeten. Waar ik ontzettend veel van heb geleerd, en waar ik veel socialer en zelfverzekerder van ben geworden.
Ik heb ook diverse bedrijvendagen bijgewoond. Dat doen Bedrijfswetenschappers om een kijkje te nemen bij organisaties waar ze wellicht bij willen werken. Meestal ging je dan in een groepje een case uitwerken die je daarna aan de mededeelnemers en de mensen van de organisatie moest presenteren. Uiteraard vond ik presenteren doodeng. En daarom meldde ik me altijd vrijwillig aan om dat voor mijn groepje te gaan doen. Want dit was immers dé kans om het te leren – straks na mijn afstuderen ging het wel ‘om het echie’ en dan kon ik maar beter goed geoefend hebben. Dus nu sta ik zonder (al te veel) zenuwen mijn collega’s trainingen te geven en heb ik op diverse congressen ook al presentaties gehouden.
Tijdens een studiereis naar Beijing ben ik er op een gegeven moment even alleen op uitgetrokken. Wat mij weer genoeg vertrouwen gaf om na mijn afstuderen in mijn eentje vrijwilligerswerk in Thailand te gaan doen en er een backpack-rondreis aan vast te plakken.
Dit alles heeft mij geleerd dat je angsten inderdaad kunt overwinnen door het gewoon vaak te doen. Dus dat probeer ik te blijven doen. Maar man oh man, wat kost dat energie… En niet alles gaat weg: ik zal toch altijd een zekere hoeveelheid basisstress blijven hebben, bijvoorbeeld als ik moet zorgen dat ik op tijd op een onbekende plek aanwezig ben. En hoewel sommige ervaringen blijvend effect hebben, zijn er ook sommige angsten die terug komen als ik stop met dingen doen. Dat laatste is waar ik bang voor ben: dat ik, als ik stop met mezelf uitdagen, weer terugval in mijn oude status.
Dus ga ik in ‘schop onder mijn eigen hol’-modus en doe ik het toch. Vandaar dat ik me toch gewoon aanmeld voor dat LARP-evenement in Frankijk dat bijna een week duurt. En voor dat evenement in Engeland, waarvoor ik met volgestouwde auto op een ferry het kanaal over moet en daarna nog 4 uur een onbekende route moet rijden (aan de linkerkant van de weg), en waarbij ik zowel historisch correct als een goede roleplayer moet zijn, terwijl ik amper iemand die daar speelt ken en ook niet weet of mijn personage daar wel in de groep past en ik iets te doen heb. En op de terugreisdag vooral op tijd moet vertrekken om niet de boot te missen.
Mijn plannerigheid maakt het natuurlijk erger dan het is. Cry Havoc in de UK zou prima te doen moeten zijn, want op de heenweg zit ik ruim in mijn tijd en ik heb een goede auto met navigatie. Maar mijn hoofd focust vooral op de stress rondom het op tijd terugrijden en negeert de rest. Dancing at the Darcy’s is pas in oktober, dus het slaat eigenlijk nergens op dat ik er nu al mee bezig ben in mijn hoofd. Maar ja, gezien de omvang van het kostuum dat ik wil maken, moet ik daar echt op tijd aan beginnen. En dan heb je nog alle ‘buzz’ rondom een evenement die je op sociale media tegenkomt. Ook al duurt het nog enkele maanden voordat het evenement plaatsvindt; er komen nu wel al rolbeschrijvingen en dergelijke via de mail binnen. Hoe kun je dat dan negeren?
Ik zou echt graag willen dat ik een middenweg kan vinden tussen mezelf blijven uitdagen en het leuk houden. Kostuums naaien vind ik oprecht heel leuk om te doen! Roleplayen ook! Andere culturen ervaren ook! Maar ik weet niet hoe ik mijn initiële enthousiasme (de reden waarom ik me überhaupt voor iets aanmeldde) ook in de weken voorafgaand aan het evenement kan behouden. En ik weet niet hoe ik voorkom dat ik thuis vastroest als ik mezelf bescherm door niet zo veel nieuwe dingen te doen.
Want ik wil mezelf niet beperken. Ik wil me ontwikkelen, ik wil leven! Ik wil bijvoorbeeld echt nog een keer naar Peru, en weiger me tegen te laten houden enkel door het feit dat niemand mee kan of wil, of omdat niet alles vooraf planbaar is. Wat een leerzame ervaring zat dat zijn, waar ik mooie herinneringen aan over ga houden. Maar ik weet ook al wat dat voor een enorme stress die reis straks gaat veroorzaken.
Hoe gaan jullie hier mee om?