Vanavond zaten we voor het eerst lekker in ons tuintje te eten, onder het genot van een glaasje rosé. Hoewel we hadden gezegd dat de tuin geen prioriteit heeft en we eerst maar eens het huis aan kant moeten krijgen, begon Mark toch ineens enthousiast wat onkruid uit te trekken.
Het één leidde tot het ander en voordat we het wisten waren we in gevecht met een horde pissebedden, bamboe, weegbree, distels, enkele mierenkolonies, en diverse andere soorten onkruid. Na een jaar leegstand dachten deze onze tuin te kunnen claimen. Nou, mooi niet dus!
We hebben het in ieder geval gewonnen van de pissebedden.
De strijd met de mierenkolonies was ik al dagen eerder aangegaan en duurt vooralsnog voort. Het is een loopgravenoorlog geworden: iedere dag schop ik de hoopjes zand tussen de terrastegels omver en blokkeer ik daarmee hun holletjes. De rest van de dag besteden de mieren aan het weer openen van de holen. Zodat ik ze de volgende dag weer opnieuw dicht kan schoppen. Eens kijken wie het het langste volhoudt.
Bij het uit de grond trekken van de weegbree kwam ik erachter dat deze plant een bijzondere aantrekkingskracht heeft op mieren: bij 2 van de 3 plantjes bevond zich, verstopt in het gras, ook een mierenhol-opening!
De bamboe heeft zich na een lange strijd overgegeven en bevindt zich momenteel in de groenbak. We verwachten echter een horrorfilm-achtige scene, waarin de doodgewaande plant ineens weer opstaat en opnieuw uit de bodem ontspruit. We wachten af…
Maar voorlopig is er weer wat ruimte gecreëerd voor onze aardbeitjes, bramen, bieslook en een zojuist ontdekt bosje viooltjes. Go us!