Androneda in Amsterdam

Dankzij mijn balfolkbandje kom ik ook eens op andere folkbals dan gebruikelijk. Er zijn diverse bals in Nederland op doordeweekse avonden en die in Nijmegen zijn voor mij geen probleem om bij te wonen als danser, maar de bals in het westen van het land zijn een grotere uitdaging. Gisteravond waren we met Androneda geboekt voor het bal in Amsterdam, dus ging ik toch eens daarheen. Gelukkig is mijn werk flexibel, want ik moest wel wat eerder weg om om 6 uur daar te kunnen zijn voor de soundcheck.

Het was een zaaltje met lekkere hangplekken met kussentjes langs de vloer (en blauw licht op de toiletten tegen drugsgebruik – het blijft Amsterdam), waardoor we na de soundcheck ons met een heerlijke kom soep en brood, verzorgd door de locatie, konden terugtrekken op een loungeplateautje en even konden uitzonen. Dit gaan we op onze hospitality rider zetten! ;-)

Het optreden gaat nooit 100% foutloos en ook nu hadden we wat uitdagingen, onder andere doordat bandgenootje Patricia normaal gesproken het geluid verzorgt voor de optredens daar. Aangezien er geen ervaren vervanger te vinden was, moest ze het samen met een wat minder ervaren vervanger erbij doen naast het optreden. De apparatuur werkte niet helemaal mee en daarnaast had ik mijn andere doedelzak meegenomen en die blijkt weer zijn eigen bijzonderheden te hebben wat betreft versterking: hij kwam heel scherp door de microfoons heen en de lucht uit de bourdonpijpen werd ook opgepikt, waar ik bij de andere doedelzak geen last van had. Maar ik wil deze toch eigenlijk wel graag blijven gebruiken. Ik gebruikte bij Androneda voorheen de borderpipes van John Swayne en hoewel ik die qua klank mooier vind dan mijn andere, ligt hij ondanks diverse aanpassingen nog steeds niet lekker onder/op mijn arm. De positie van de blaaspijp is niet optimaal en ik voel me beperkt doordat de bourdons over mijn arm liggen. Mijn andere doedelzak is mijn ‘Frankendoedel’ – zo noem ik hem liefkozend, omdat er inmiddels zo veel aan verbouwd is: oorspronkelijk kocht ik bij Frans Hattink een cornemuse du centre, die ik al snel liet ombouwen tot lage landen-doedelzak, waarna ik er een zak naar eigen ontwerp op liet zetten en uiteindelijk ook de speelpijp heb vervangen door eentje van Matthias Branschke. Ik gebruik hem voor optredens met De Soete Inval. Ik realiseerde me op een gegeven moment dat het me zo veel meer moeite kostte om op de borderpipes te spelen dan op de Frankendoedel – mijn druk viel herhaaldelijk weg tijdens een liedje en ik kon er maar niet de vinger op leggen (pun intended) waarom of wanneer. Op een gegeven moment was ik er klaar mee en wisselde ik tijdens het oefenen thuis even van doedelzak – en ik speelde alle nummers zó weg. Het plezier in het oefenen kwam ineens ook weer terug. Toen was het voor mij duidelijk: speelgemak en speelplezier gaat toch boven klank. En inderdaad, tijdens het optreden gisteren stond ik toch een stukje relaxter te spelen dan anders.

Alle complimentjes die ik de laatste tijd van dansers en luisteraars krijg over mijn zang zijn ook heel fijn. Want ook zangles is nogal een struggle en ik heb niet het idee dat het heel veel zoden aan de dijk zet, maar door deze feedback realiseer ik me dat ik op de een of andere manier toch vooruit ga. Gelukkig maar! Dus toch maar niet opgeven.

Dansers zijn trouwens wel sadisten… Wij houden doorgaans geen liedjes achter voor een toegift, in plaats daarvan mogen dansers (als ze hard genoeg hebben geklapt  ;) ) een liedje kiezen dat ze nogmaals willen horen. Een eerder optreden werd gekozen voor de gigue – daar hebben we maar ééntje van en die is maar liefst 10 minuten! Als je net 2 uur hebt staan spelen is het best een opgave om die er nog uit te persen. Ditmaal zei ik dus dat ze alles mochten kiezen, behalve de gigue. Wat kiezen ze? ‘Oscar’, oftewel het meest emotionele zangnummer dat we hebben, want het gaat over mijn jeugdtrauma. Fijn hoor, nog een keer zingen met emoties vanuit je tenen over dat je kat dood is…  :roll:  :lol:

Het werd een latertje, want na afloop is daar blijkbaar altijd een sessie en we bleven nog even plakken om na te kletsen en zelf een dansje te doen. Wat leidde tot zeer diepzinnige, filosofische vraagstukken met Dennis: waarom hebben mannen navelpluis en vrouwen niet, en sterker nog: waarom is het altijd blauw, ook al draag je geen blauwe kleding?? (Hebben jullie een idee? Gooi het in de comments!) :lol: Om kwart voor 3 ‘s nachts crashte ik in mijn bedje en nu is het wachten op de foto’s, want helaas heb ik die zelf niet gemaakt.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.