Er is weer eens iets uit de hand gelopen.
Op het werk hebben we jaarlijks een kerstborrel. Enkele jaren geleden besloot ik eens lollig te doen en wat kerstbal-oorbellen aan te doen, een kerstboomslinger om me heen te hangen en een rendiergewei op te zetten. Dat oogstte veel vrolijke reacties, dus kleedde ik me ook het jaar erna kerstig aan. En het jaar daarna schminckte ik me als rendier.
De twee jaren daarna was corona, en het eerste jaar hadden we dus maar een digitale borrel. Toen werd ik kerstelf.
Vorig jaar was iedereen sip en had niemand zin in wéér een digitale borrel, dus is het helaas niet doorgegaan. Maar goed, het betekent dus wel dat het 3 jaar geleden was dat we een fysieke kerstborrel hadden. Inmiddels zijn er behoorlijk wat personele wijzigingen geweest, dus veel van mijn collega’s waren helemaal niet bekend met mijn kerstoutfits.
Dat gaf wat lucht, want op een gegeven moment begonnen mijn collega’s al een paar weken van tevoren te vragen wat ik nu weer zou gaan dragen met de kerstborrel? Dus dit jaar zouden de verwachtingen vast niet zo hoog zijn. Dacht ik.
Collega 1: “Heh, al die nieuwelingen die wisten natuurlijk niet dat jij steeds wat bijzonders aantrekt met de kerstborrel, dus ik heb ze verteld dat jij altijd extreme outfits hebt! Ze zijn nu allemaal héél benieuwd!!”
Collega 2: “Hey Lenny, ik heb in de wandelgangen gehoord dat jij een jurk met lampjes aan gaat trekken! Klopt dat?”
Argh…
En ik wil niet teleurstellen natuurlijk. Plus, ieder excuus om all-out te gaan met een outfit grijp ik aan. Dus voor dit jaar naaide ik: een kerstboomrok, om over een hoepelrok te dragen. Inclusief lichtsnoer.
Nee, ik had hier uiteraard helemaal geen tijd voor, want mijn Dickensoutfit moest ook nog af, dus deze rok is op een schandalige wijze tot stand gekomen. Velours de panne in elkaar naaien met enkel de lockmachine – back to the old school LARP-days! En omdat het toch echt in één avondje af moest, heb ik de onderste slinger met de nietmachine tegen de stof aangezet… mijn naaijuf zou me direct van de opleiding schoppen als ze het wist. :-X (En laten we het niet hebben over het feit dat ik in de haast bij het bevestigen van de decoraties, de overrok op sommige plekken per ongeluk aan de hoepelrok heb vastgenaaid en ze dus als één geheel aan moest trekken…)
Waren de vorige outfits nog bij elkaar geraapt / in elkaar gezet met spullen die ik nog in huis had, voor deze outfit heb ik de stof en slingers speciaal gekocht. Het was weliswaar stof van slechts €3,50 per meter en cheap-ass slingers, maar het is toch weer een grens over gegaan. Net als destijds met mijn carnavalsoutfits voor een vorige werkgever: het begon met gewoon een LARP-kostuum uit mijn kast trekken (want ik heb helemaal geen carnavalskostuums, ik ben een enorm slechte Limburger). Daarna verzamelde ik spullen die ik had liggen tot een outfit. En uiteindelijk kocht ik items die ik liet bedrukken of beschilderde.
Tsja. If something is worth doing, it’s worth overdoing? De kerstrok was dan ook wederom een daverend succes. Maar wat ga ik volgend jaar nou weer doen om dit te toppen? Waar eindigt dit…??


Hoe dan ook was de borrel weer extreem gezellig. Ik houd normaal gesproken helemaal niet van borrelen, maar de kerstborrel is om de een of andere reden altijd superleuk. Ditmaal was er geen activiteit gepland, alleen maar drank, eten en muziek (we hadden allemaal 2 liedjes mogen aandragen voor de afdelings-Spotify-playlist), maar toch ben ik gebleven totdat de TL-verlichting weer aan ging, André Hazes werd gedraaid (“Het is tijd… de hoogste tijd”) en men begon met opruimen omdat het gebouw dicht ging.
Inmiddels had ik 3,5 glas rosé en nog geen avondeten gehad, dus de stemming zat er goed in. Het leverde niet alleen een nieuwe ICT-collegas-selfie op, maar ik kreeg eindelijk weer eens wat roddels mee (is het waar dat één van de managers vriendelijk is gevraagd elders in de organisatie een functie te zoeken??), vertelde ik de nieuwe garde de legende over hoe onze divisiemanager aan zijn Slayer-kersttrui kwam en had ik openhartige gesprekken met collega’s: toen we van de week tijdens een overleg grapten dat er te weinig capaciteit was, stelde iemand voor dat we ons maar allemaal in drieën moesten clonen. Waarop ik grapte: “Volgens mij zit helemaal niemand te wachten op drie Lenny’s” – waar iedereen hard om moest lachen. Maar mijn collega zei vanavond: “Ik vind dat we zés Lenny’s moeten hebben!” (Awww <3) “Maar weet je wat jouw probleem is, Lenny? Jij verwacht altijd dat iedereen voor rede vatbaar is. En dat is gewoon niet zo.”
Die ga ik onthouden…
Los daarvan had ik van de week ook weer eens een conflict met een medewerker van een andere afdeling, die het had ‘geëscaleerd naar het management’ en vandaag kreeg ik via mijn manager te horen dat hij het met zijn manager had besproken (ja, we hebben nogal wat managementlagen in onze organisatie) en dat ze volledig achter me stonden en vonden dat het enige wat ik fout had gedaan was, dat ik het niet eerder naar hén had geëscaleerd zodat zij het voor me konden oplossen. Aww… they have my back! <3 Ik voel me dus ineens weer enorm gewaardeerd. Ondanks dat ik de afgelopen week heel wat collega’s heb vervloekt, sluit ik dit jaar dus met een heel positief (en ietwat aangeschoten) gevoel af. Nu lekker kerstvakantie – tot volgend jaar, collega’s!